Rekenen en eten. Het is hier dagelijkse kost. Eten kunnen ze bij ons als de beste. Ook het optellen en aftrekken hebben mijn kinderen inmiddels onder de knie. Maar deelsommen, tja, dat behoeft nog wat aandacht. Oké, ik weet het. “Met eten wordt niet gespeeld.” Maar als ik het een beetje leuk presenteer, is de lunch zo op en is de rekenstof weer geoefend!
1. Uitsteeksommen
Met deze cijfer uitstekers maak je de prachtigste sommen. Keersommen, minsommen en optelsommen. Met brood of beleg en deze uitstekers reken je echt lekker! Wanneer je bijvoorbeeld een dikke plak kaas of kokosbrood gebruikt, kunnen ze er ook nog echt mee oefenen. Doordat het wat steviger is, kunnen de kinderen dit vaker oppakken en de goede uitkomst bij de juiste som leggen.
2. Rekenen met groente en fruit
Er zijn zes tomaatjes en twee kindjes, hoe verdeel je ze zodat beide kindjes evenveel krijgen? Het is maar een voorbeeld. Zijn de tomaatjes verdeeld, dan gaan we eten. Als je er twee opeet, hoeveel houd je dan over? Ook optellen komt aan de orde, met heerlijke druiven. Zo blijf je oefenen, afhankelijk van de leeftijd en de spanningsboog van je kindje. Het moet natuurlijk wel leuk blijven. Lusten de kinderen geen tomaatjes of druiven? Een blokje kaas of stukje worst kan natuurlijk ook.
We moeten altijd alles eerlijk delen, dat leren we onze kinderen al van jongs af aan. Met speelgoed, snoepjes en nu ook met eten. Het is mooi om een boterham, broodje of grote schijf (water)meloen of worst te verdelen. Kinderen zijn vaak erg visueel ingesteld en hiermee wordt goed zichtbaar hoe groot of klein de delen zijn. Door de partjes goed zichtbaar te maken, wordt het delen vaak een stuk duidelijker en dus makkelijker.
4. Inhoudsmaten
Die sommen is één ding, maar inhoudsmaten, dat is weer andere koek. Ik heb hier altijd moeite mee gehad (en nog steeds). Daarom oefenen we dit ook regelmatig met de kinderen. We gaan gezellig bakken. Door ze zelf te laten wegen zien ze hoeveel 100 gram of een liter is. Ondertussen leg ik uit hoe het werkt met kilo’s en meters. Nu maar hopen dat mijn kinderen niet alleen goed leren rekenen, maar ook lekker leren bakken.
5. Broodtrommel vol getallen
Natuurlijk kun je ook de broodtrommel vullen met getallen. Zeker als ze net bezig zijn met cijfers. Zo breng je de cijfers weer even lekker onder de aandacht.
6. Belonen
Je kunt ook snoep gebruiken om mee te rekenen. Een snoepje of koekje op z’n tijd is natuurlijk geen enkel probleem. Om de rekentijgers te belonen kun je bijvoorbeeld ook lekkere, gezonde muffins maken. Zo vang je twee vliegen in één klap, de inhoudsmaten worden ook weer geoefend en het is nog lekker en gezond ook. Want als er 13 muffins zijn gebakken en er komen negen kindjes op het feestje. Hoeveel blijven er over? Juist, vier stuks. Twee voor de kinders, en twee voor mij! Eerlijk zullen we alles delen. 😉 Zo maak je van rekenen echt een feestje!
Geef een reactie